zaterdag 28 juni 2014

Onverschillige moeder

"Moet je dat nou zien. Geen wonder dat ze haar kind niet fatsoenlijk overeind kan helpen met die baby op haar buik." "Dat kind heeft een flinke buil en die moeder zegt alleen maar: 'Kom op, opstaan en gaat het?' Als het mijn kind was..."

En dat is het niet. Het is niet jouw kind. Het is mijn kind. De mensen om mij heen zeggen dit dan wel niet, maar de priemende ogen zeggen genoeg.
Een volle Kruidvat doordat ik de rij al ophield(ja, er gaat toch echt €5 van die luiers af!) en ondertussen maakte Kyrian een buiklanding tegen de deur van de Kruidvat. Je weet wel, zo'n harde metalen deur. Flinke duts in zijn hoofd. Hij liep weer eens te rennen door de winkel samen met zijn broer. Ik zei nog zo...
Ik ben een klein beetje onverschillig geworden wat betreft Kyrians ongelukjes. Door zijn epilepsie is hij zo onhandig geworden de laatste tijd dat hij steevast onder de blauwe plekken, schrammen en bulten zit. De betadine, koele doekjes en pleisters zijn niet aan te slepen. Hier krijgt hij dan ook binnenkort een MRI voor, maar ondertussen leren wij te leven met het feit dat hij zo onhandig is. In plaats van een verschrikt 'Gaat het wel?' is het een 'Wat is er dit keer' geworden. Het klinkt heel onverschillig, maar dit hoort nu helaas bij hem. En ja, mensen in de Kruidvat, dan reageer ik zo. Ik kijk even naar hem wat de schade is, geef hem een knuffel en we gaan weer verder. Wanneer we de Kruidvat uitstappen en richting de bakfiets lopen, hoor je hem al niet meer.

Gelukkig weet ik beter dat ik me niets van andere mensen moet aantrekken, maar desondanks voel je je toch wat opgelaten als je je in zo'n situatie verkeerd. Daar sta je, met drie kinderen. Twee die de winkel rondrauzen, jij met baby in de ringsling je lompe boodschappen af te rekenen(à 3 pakken luiers). Normaliter doe ik de boodschappen niet met drie kinderen, maar het leek me gewoon weer eens gezellig. En dat was het verder ook. Alleen een beetje ongelukkig voor Kyrian. Als goedmakertje hebben we maar de brie van de Aldi meegenomen, want dat vindt hij zo lekker. Straks dus een gelukkig jongetje met een lekkere boterham met brie.
En ik? Ik blijf nuchter, me toch zorgen makend om hem, genieten van zijn lievigheid, zijn boevigheid en streken en ik raap hem wel weer op de volgende keer wanneer hij valt, knuffel hem en doe alsof ik de onverschillige moeder ben.

Maar ik weet wel beter.